Voorzorgsmaatregelen
① Moet worden bediend en onderhouden door getrainde professionals;
② Tijdens het bedienen van de laadklep moet u zich te allen tijde concentreren op de werking van de laadklep en erop letten. Stop onmiddellijk als u een afwijking constateert.
3 Voer regelmatig (wekelijks) een routinecontrole van de staartplaat uit, waarbij u zich concentreert op het controleren of er scheuren in de gelaste onderdelen zitten, of er vervormingen in elk structureel onderdeel zijn, of er abnormale geluiden, stoten of wrijvingen zijn tijdens de werking en of de olieleidingen loszitten, beschadigd zijn of olie lekken, enz., of het circuit loszit, verouderd is, open vlam is, beschadigd is, enz.;
④ Overbelasting is ten strengste verboden: Figuur 8 toont de relatie tussen de positie van het zwaartepunt van de lading en het draagvermogen. Laad de lading strikt volgens de laadcurve;
⑤ Zorg ervoor dat de goederen stevig en veilig worden geplaatst bij gebruik van de laadklep, om ongelukken tijdens het gebruik te voorkomen;
⑥ Wanneer de laadklep in werking is, is het ten strengste verboden om personeelsactiviteiten in het werkgebied te hebben om gevaar te voorkomen;
⑦ Voordat u de laadklep gebruikt om goederen te laden en lossen, moet u ervoor zorgen dat de remmen van het voertuig betrouwbaar zijn om plotseling wegglijden van het voertuig te voorkomen;
⑧ Het is ten strengste verboden de achterklep te gebruiken op plaatsen met een steile helling, zachte grond, oneffenheden en obstakels;
Hang de veiligheidsketting op nadat de achterklep is omgedraaid.
onderhoud
① Het wordt aanbevolen de hydraulische olie minstens één keer per zes maanden te verversen. Filter bij het injecteren van nieuwe olie de olie met een filterzeef van meer dan 200;
2 Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan -10°C, dient men hydraulische olie met lage temperatuur te gebruiken.
③ Bij het laden van zuren, logen en andere corrosieve stoffen moet de verpakking hermetisch worden afgesloten om te voorkomen dat onderdelen van de laadklep worden aangetast door corrosieve stoffen;
④ Wanneer de achterklep veelvuldig wordt gebruikt, vergeet dan niet om regelmatig de batterijspanning te controleren om te voorkomen dat stroomverlies het normale gebruik beïnvloedt;
5 Controleer regelmatig het circuit, het oliecircuit en het gascircuit. Schade of veroudering dient tijdig te worden verholpen zodra deze wordt geconstateerd.
⑥ Was modder, zand, stof en andere vreemde voorwerpen die zich aan de achterklep vasthechten tijdig af met schoon water, anders kunnen ze nadelige gevolgen hebben voor de werking van de achterklep;
⑦ Injecteer regelmatig smeerolie om de onderdelen met relatieve beweging (draaiende as, pen, bus, enz.) te smeren om schade door droge slijtage te voorkomen.
Geplaatst op: 17-01-2023